Hier vindt u meer informatie hoe u de reev Software in een Hager-laadstation kunt integreren. De integratie kan in een paar, eenvoudige stappen zelfstandig worden uitgevoerd.   


Ondersteunde modellen: XEVR22T2 (witty share)


Inhoudsopgave


Step-by-step naar integratie 


In de volgende hoofdstukken wordt het integratieproces Step-by-Step gepresenteerd. Wanneer u alle benodigdheden uit het vorige hoofdstuk bij de hand heeft, kunt u de integratie parallel uitvoeren. 


Wat is vooraf nodig om de integratie mogelijk te maken? 

  • reev beheerder-set
    wordt bij de beheerder / CPO (CPO = Charge Point Operator) of opdrachtgevende dienstverlener aangetroffen. Hier vindt u het noodzakelijke onboarding-materiaal zoals QR-code sticker, simkaarten en activeringscode.
  • Laptop
    U hebt een laptop nodig om via een RJ45-gegevenskabel verbinding te kunnen maken met het laadnetwerk van de Controller 
  • Actieve internetverbinding
    via Ethernet of wifi om de verbinding te maken met de reev Backend.


1. Toegang krijgen tot de configuratie via de webserver 


Via het IP-adres (wifi-hotspot) 

 

Instellen van de wifi-hotspot: 


  • Nadat de stroomvoorziening voor het laadstation voor het eerst is ingeschakeld, eindigt de initialisatie wanneer de statusled oranje knippert. Er wordt gewacht op een RFID-pasje.
  • Met dit pasje wordt de wifi-hotspot voor toegang tot de configuratie van het laadstation ingericht.
    Dit proces wordt automatisch overgeslagen na 5 minuten of door uw hand 10 seconden op de voorste sensor te houden. 

                  


  • Wanneer de wifi-hotspot is ingericht, kan deze later worden geactiveerd.        
  • Hiervoor moet u opnieuw het RFID-pasje voor de sensor houden, totdat de RFID=lezer aangeeft dat de RFID is opgeslagen.            
  • Het laadstation schakelt over naar de modus wifi-hotspot. De statusled knippert blauw.
    Er wordt een wifi-hotspot gemaakt met standaard-SSID hager-evcs-[6laatste_tekens_UID] en standaardwachtwoord hager[6laatste_tekens_UID].  


 Activering van de wifi-hotspot 

 

Via de naam van het laadstation (HostName)  

  • De toegang tot de webserver is direct mogelijk door het invoeren van de naam van het laadstation (HostName) in een door u gekozen webbrowser. 
  • De exacte naam wordt specifiek voor elk laadstation door de UID-code aangegeven, die u op het productlabel of aan het configuratielabel aan de zijkant kunt vinden.      
  • Formaat van de URL: https://hager-evcs-[6letzte_Zeichen_UID]/
    Voorbeldhttps://hager-evcs-ab4df5/


Via het IP-adres (LAN) 

  • Het laadstation is standaard als DHCP client geconfigureerd en heeft daarom een rRouter met een DHCP-server functie nodig om in een lokaal LAN-netwerk opgenomen te kunnen worden. 
  • Wanneer het laadstation geen DHCP-server detecteert, wijst het zichzelf een vast IP-adres toe, dat is (standaard: 192.168.0.100), die in de webserver is ingesteld. 


2. Configuratie van het laadstation met de reev Backend 


De configuratie is beveiligd door een login en een wachtwoord.  

  • Login: admin 
  • Wachtwoord: 1234 


Na de eerste aanmelding wordt u gevraagd het wachtwoord te wijzigen en een sterk wachtwoord in te stellen. Standaard:      

  • minimaal 8 tekens
  • minimaal 1 speciaal teken 
  • minimaal één teken met een hoofdletter 
  • minimaal één teken met een kleine letter 
  • minimaal één cijfer.  

     

LET OP

Bij verlies van de inloggegevens of na 10 invoerpogingen moet het laadstation worden gereset naar de fabrieksinstellingen (zie "Resetten naar fabrieksinstellingen").


3. Configuratieparameters 

Netwerk 

  • DHCP-client: Verbinding met een DHCP-server of toewijzing van een vast IP-adres. 
  • IP-adres: Toewijzing van een vast IP-adres. 
  • Vervangend IP-adres: Definitie van een IP-adres in het geval van een DHCP-fout.

OCPP 

  • OCPP-server: Adres (URL) van de OCPP-servers invoeren.
    -> wss://ocpp.reev.com/api/ocpp/web-socket 
  • ChargePoint ID: De ID van het laadstation invoeren.
    -> HAGER-[6laatste_tekens_UID] 
  • Authentication type: Methode voor de authenticatie op de OCPP-server selecteren.
    -> Geen 
  • Login: De OCPP-gebruikersnaam invoeren.
    -> Geen invoer mogelijk/nodig omdat geen authenticatie is geselecteerd. 
  • Wachtwoord: OCPP-wachtwoord invoeren.
    -> Geen invoer mogelijk/nodig omdat geen authenticatie is geselecteerd. 
  • Fallback-Current: in het geval van een OCPP-communicatiefout wordt deze stroom door het laadstation gebruikt.
    -> Voer de fysiek gezekerde waarde, in ampère, van de back-up zekering in

 


Wifi-client             

  • WLAN-SSID: Naam van de wifi-client (router van het systeem). 
  • Wifi-password: Wachtwoord van de wifi-client. 

Wifi-hotspot          

  • Hotspot wifi-SSID: Naam van de wifi-hotspot, die door het laadstation is bepaald. 
  • Hotspot wifi-password: Wachtwoord van de wifi-hotspot. 
  • Hotspot wifi-pasje: Toevoegen, wijzigen of verwijderen van een wifi-hotspot pasje (RFID-pasje).  


Hardware-instellingen 

 

Instellen van de maximale stroomsterkte in ampère

  • Voor de instelling van de maximale stroomsterkte de gewenste waarde in ampère invoeren.  
  • Bij afwijkende instelling van de draaischakelaar (zie de afbeelding hieronder) op de elektronische printplaat wordt rekening gehouden met de meest beperkende waarde (laagste waarde).
  • Permanent kabelslot  (permanent cable lock) -> Zet de schuifregelaar op actief of inactief om de laadkabel permanent te vergrendelen

SubMetering-instellingen 

  • Phase rotation: Als er een faserotatie is de bijbehorende faserotatie selecteren (Fabrieksinstelling L1,L2,L3)  

 


Normen en voorschriften (standards and regulations)

  • Afwijking (Imbalance) -> Schuifregelaar naar behoren op actief of inactief  
  • Fase-onbalans: Voor het beperken van de onbalans tussen fasen in een laadstation met drie fasen bij een elektrisch voertuig met één fase.  
  • Waarde van de onbalans: Bepaalt de maximale waarde van de onbalans. Wanneer deze waarde bereikt is, wordt het vermogen tijdens de laadsessie van het elektrische voertuig verminderd, om de waarde niet te overschrijden. 

Overige (Miscellaneous)

  • Intelligent opladen deactiveren (Disable Smart Charging): Schuifregelaar naar behoren op actief of inactief zetten om een dynamische laadbelasting permanent te activeren, indien een energiemeter met de bijbehorende meting is geïnstalleerd. 
  • Bevestig de instellingen met een klik op de oranje knop "Opslaan". 


 

4. Instellingen 

  • Wachtwoord wijzigen: Hier kan het wachtwoord van de inlogpagina worden aangepast 
  • EVCS-hostnaam: Hier kan de naam van de host in het wifi-netwerk worden aangepast 
  • Tijdmanagement: De systeemtijd wordt automatisch via OCPP Heartbeats ingesteld zodra de verbinding met de reev Backend tot stand is gebracht 


  • Apparaat opnieuw starten (Reboot Device): Klik op de oranje knop "Opnieuw starten" om het laadstation volgens de uitgevoerde configuratie opnieuw te starten 
  • Terug naar fabrieksinstellingen (Factory Reset): Alle parameters worden teruggezet naar hun oorspronkelijke waarden, inclusief wachtwoord en OCPP-backendverbinding 


5. Probleemoplossing (Troubleshooting) 


Onder het menu-item "Realtime probleemoplossing" kunt u alle relevante informatie van het laadstation bekijken, controleren en bepaalde parameters onder de menu-items "Configuratie" of "Instelling" aanpassen. 



Verdere stappen 

  • Om volledig gebruik te kunnen maken van uw laadnetwerk vragen we u de volgende links voor onboarding te openen:  
  • https://install.reev.com/cpo-onboarding -> Voor de elektricien om alle vereiste gegevens van het laadnetwerk te verkrijgen en te creëren. 
  • https://reev.com/reev-connect-setup/ -> Voor de beheerder van het laadnetwerk om alle vereiste beheerdersgegevens te verkrijgen en te creëren. 


Support 

Wanneer u een bestaande reev Klant bent en vragen heeft, bijvoorbeeld over de functionaliteit van de software, kunt u van maandag tot vrijdag tussen 8 en 18 uur contact opnemen met ons Support Team. 


support@reev.com
+31 26 808 0467

 

Ihr reev Team